JOL 2001, 570
Europees octrooi; inbreukverbod in kort geding hangende oppositieprocedure. Motiveringsplicht in kort geding.
HR 26-10-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB2774
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 oktober 2001
- Magistraten
G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop
- Zaaknummer
C99/361HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
AB2774
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB2774, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑10‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB2774, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑10‑2001
Essentie
Europees octrooi; inbreukverbod in kort geding hangende oppositieprocedure. Motiveringsplicht in kort geding.
Hof heeft zonder miskenning van enige rechtsregel kunnen oordelen dat het gevorderde inbreukverbod achterwege behoorde te blijven indien een gerede kans bestond dat de oppositieprocedure tot herroeping van het octrooi zou leiden. 's Hofs oordeel dat een zodanige kans bestaat is, mede in aanmerking genomen dat het hier om een kort geding gaat, toereikend gemotiveerd.
Partij(en)
Tetra Laval Food Koppens B.V., te [woonplaats[, eiseres tot cassatie, adv. mr. E. Grabandt,
tegen
Machinefabriek [...], te [woonplaats], verweerster in cassatie, adv. mr. E.D. Vermeulen.