JOL 2001, 439
Schuldsanering: schuldenaar ‘niet te goeder trouw’; gegronde vrees niet-nakoming.
HR 13-07-2001, ECLI:NL:PHR:2001:ZC3664
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 juli 2001
- Magistraten
R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink
- Zaaknummer
R01/034HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
ZC3664
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:ZC3664, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑07‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:ZC3664, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑07‑2001
Essentie
Schuldsanering: schuldenaar ‘niet te goeder trouw’; gegronde vrees niet-nakoming.
Cassatieberoep tegen weigering definitieve toepassing schuldsanering op de grond dat niet aannemelijk is dat schuldenaar ten aanzien van ontstaan of onbetaald laten van schulden te goeder trouw is geweest en dat de schuldenaar bovendien niet de vrees heeft kunnen wegnemen dat hij zijn uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen niet naar behoren zal nakomen. Beroep verworpen met toepassing art. 101a RO.
Partij(en)
[Eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv. mr. P. Memelink,
tegen
De ontvanger van de belastingdienst/ondernemingen Maastricht, te Maastricht, verweerder in cassatie, adv. mr. M.J. Schenck. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.