JOL 2001, 131
Octrooi. Partiële nietigverklaring; vuistregels i.v.m. rechtszekerheid derden. Bevoegdheid vragen inlichtingen aan het Europees Octrooibureau of Bureau voor de Industriële Eigendom.
HR 16-02-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB0031
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 februari 2001
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C99/195HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AB0031
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB0031, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑02‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB0031, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑02‑2001
Essentie
Octrooi. Partiële nietigverklaring; vuistregels i.v.m. rechtszekerheid derden. Bevoegdheid vragen inlichtingen aan het Europees Octrooibureau of Bureau voor de Industriële Eigendom.
Hof heeft juiste toepassing gegeven aan de door de Hoge Raad in eerder arrest geformuleerde regels inhoudende dat een octrooi dat een uitvinding betreft die slechts ten dele nieuw of inventief is en daarom in zoverre niet had behoren te worden verleend, partieel nietig kan worden verklaard welke nietigverklaring terugwerkende kracht heeft, mits voor de gemiddelde vakman die kennis neemt van zowel het octrooischrift als van de stand van de techniek op de voorrangsdatum voldoende duidelijk is waar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.