JOL 2001, 128
Verplichte deelneming in bedrijfspensioenfonds; kwalificatie bedrijfspensioenfonds als onderneming; verenigbaarheid met EG-recht. Art. 419 lid 1 Rv.
HR 16-02-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB0183
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 februari 2001
- Magistraten
P. Neleman, W.H. Heemskerk, R. Herrmann, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop;plv.
- Zaaknummer
C96/119HR
16300
- Conclusie
plv. P-G Mok
- LJN
AB0183
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
EU-recht (V)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB0183, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑02‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB0183, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑02‑2001
Essentie
Verplichte deelneming in bedrijfspensioenfonds; kwalificatie bedrijfspensioenfonds als onderneming; verenigbaarheid met EG-recht. Art. 419 lid 1 Rv.
Voortzetting geding na antwoord HvJEG op prejudiciële vragen: PVH, een in kader collectieve arbeidsovereenkomst opgericht pensioenfonds belast met beheer aanvullende pensioenregeling waarin deelneming voor alle werknemers in de bedrijfstak door de overheid verplicht is gesteld, is een onderneming in de zin van art. 85 e.v. EG-Verdrag (thans art. 81 e.v. EG); de art. 86 en 90 EG-Verdrag (thans de art. 82 en 86 EG) staan niet eraan in de weg dat de overheid een pensioenfonds een uitsluitend recht verleent in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.