JOL 2001, 15
Antilliaanse zaak. Vordering tot nakoming: verjaring en stuiting door erkenning.
HR 12-01-2001, ECLI:NL:PHR:2001:ZC3407
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 januari 2001
- Magistraten
R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink
- Zaaknummer
R99/200HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
ZC3407
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:ZC3407, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑01‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:ZC3407, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑01‑2001
Essentie
Antilliaanse zaak. Vordering tot nakoming: verjaring en stuiting door erkenning.
Cassatieberoep tegen 's Hofs oordeel dat de vordering tot levering is verjaard en dat van stuiting door erkenning geen sprake is geweest nu reeds niet is voldaan aan het vereiste dat erkenning rechtstreeks moet plaatsvinden jegens degene tegen wie de verjaring loopt. Beroep verworpen met toepassing van art. 101a RO.
Partij(en)
[Eiseres] te [woonplaats], eiseres tot cassatie, adv. mr. A.L.Chr.M. Oomen,
tegen
Het eilandgebied Sint Eustatius, te Oranjestad, Sint Eustatius, Nederlandse Antillen, verweerder in cassatie, adv. mr. R.S. Meijer.