JOL 2000, 530
Wet BOPZ; onderzoek door psychiater; geen direct contact; motivering.
HR 03-11-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA8079
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 november 2000
- Magistraten
P. Neleman, R. Herrmann, J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein
- Zaaknummer
R00/100HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AA8079
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA8079, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑11‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA8079, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑11‑2000
Essentie
Wet BOPZ; onderzoek door psychiater; geen direct contact; motivering.
De rechter zal in het geval dat de psychiater die de verklaring bedoeld in art. 5 Bopz heeft afgegeven de betrokkene niet heeft onderzocht (omdat deze onderzoek weigert), dienen na te gaan of de psychiater gedaan heeft wat redelijkerwijs van hem kan worden verwacht om het door de wet vereiste onderzoek te doen plaatsvinden. De psychiater dient aan de persoon op wie de verklaring betrekking heeft zelf kenbaar te maken dat hij voornemens is hem te onderzoeken en hij dient, indien hij daarin niet slaagt, in zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.