JOL 2000, 337
Wet op de naburige rechten: art. 7; ‘billijke vergoeding’; vragen van uitleg van de Richtlijn 92/100/EEG.
HR 09-06-2000, ECLI:NL:HR:2000:AP0565
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 juni 2000
- Magistraten
H.L.J. Roelvink, W.H. Heemskerk, R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, A. HammersteinPlv.
- Zaaknummer
C99/248HR
- Conclusie
Plv. P-G Mr. Mok
- LJN
AP0565
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AP0565, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑06‑2000
Essentie
Wet op de naburige rechten: art. 7; ‘billijke vergoeding’; vragen van uitleg van de Richtlijn 92/100/EEG.
Hoge Raad stelt — i.v.m. de o.g.v. art. 7 WNR toe te kennen ‘billijke vergoeding’ — aan EG-Hof vragen van uitleg van de Richtlijn 92/100/EEG waaronder met name de vraag of het in art. 8 lid 2 van de Richtlijn gebezigde begrip ‘billijke vergoeding’ een communautair begrip is dat in alle lidstaten van de EG op dezelfde wijze moet worden uitgelegd en toegepast en zo ja, naar welke maatstaven de hoogte van de billijke vergoeding dient te worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.