JOL 2000, 311
Arbeidsovereenkomst; beëindiging door werknemer bij overdracht onderneming; duidelijke en ondubbelzinnige verklaring.
HR 26-05-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA5958
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 mei 2000
- Magistraten
H.L.J. Roelvink, P. Neleman, W.H. Heemskerk, R. Herrmann, A. Hammerstein
- Zaaknummer
R99/170HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AA5958
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2000:AA5958, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑05‑2000
ECLI:NL:HR:2000:AA5958, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑05‑2000
Essentie
Arbeidsovereenkomst; beëindiging door werknemer bij overdracht onderneming; duidelijke en ondubbelzinnige verklaring.
De Rechtbank heeft een juiste maatstaf gehanteerd met haar kennelijke oordeel dat het vereiste van een ‘duidelijke en ondubbelzinnige’ verklaring van de werknemer waaruit blijkt dat hij het dienstverband niet wilde voortzetten met de BV waaraan de onderneming was overgedragen, gold in de verhouding tussen de werknemer en de BV die ten tijde van de verklaring nog zijn werkgeefster was.
Partij(en)
[De werknemer], wonende te [woonplaats], verzoeker tot cassatie, adv. mr. E. van Staden ten Brink,
tegen
[Verweerster] BV, gevestigd te [woonplaats], verweerster in cassatie, adv. mr. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.