JOL 2000, 275
Terugvordering IOAW-uitkering; verzwijging gezamenlijke huishouding. Aanbod tegenbewijs: geen specificatie; prognose.
HR 12-05-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA5780
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 mei 2000
- Magistraten
R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers
- Zaaknummer
R99/139HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AA5780
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA5780, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑05‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA5780, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2000
Essentie
Terugvordering IOAW-uitkering; verzwijging gezamenlijke huishouding. Aanbod tegenbewijs: geen specificatie; prognose.
Art. 3 IOAW is afgeleid van art. 5a (oud) ABW; de vraag of sprake is van gezamenlijke huishouding als bedoeld in art. 3 dient dan ook evenzeer als bij art. 5a te worden beantwoord naar objectieve criteria: gezamenlijk voorzien in huisvesting èn blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins. Aan aanbod tot tegenbewijs mag niet de eis van nadere specificatie worden gesteld; Rechtbank heeft zich bovendien begeven in verboden prognose.