JOL 2000, 263
Bodemverontreiniging. Aansprakelijkheid gemeente; schadebegroting en waardeherstel door bodemsanering; abstracte schadeberekening; hanteerbaarheid methode. Verhaalsrecht Staat.
HR 28-04-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA5651 (Gemeente Dordrecht/Stokvast)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 april 2000
- Magistraten
H.L.J. Roelvink, R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C98/352HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AA5651
- Roepnaam
Gemeente Dordrecht/Stokvast
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht (V)
Milieurecht (V)
Verkeersrecht / Aansprakelijkheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA5651, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑04‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA5651, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑04‑2000
Essentie
Bodemverontreiniging. Aansprakelijkheid gemeente; schadebegroting en waardeherstel door bodemsanering; abstracte schadeberekening; hanteerbaarheid methode. Verhaalsrecht Staat.
Schadestaatprocedure. De rechter dient de schade te begroten op de wijze die het meest met de aard ervan in overeenstemming is. Mede met het oog op de hanteerbaarheid van de methode van schadebegroting rechtvaardigt de aard van de schade die bestaat in waardevermindering van door eigenaar bouwgrond daarop gebouwde woningen ten gevolge van later gebleken bodemverontreiniging, dat het de rechter vrijstaat bij de schadebegroting te abstraheren van bepaalde, de bijzondere situatie van de benadeelde eigenaar betreffende omstandigheden. Indien en voorzover echter ten tijde van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.