JOL 2000, 189
WOR. Art. 21: benadeling. Verklaring voor recht in verzoekschriftprocedure. Ongelijke behandeling?
HR 31-03-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA5319
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
31 maart 2000
- Magistraten
Mijnssen, Heemskerk, Fleers, Hammerstein, Kop
- Zaaknummer
R99/105HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AA5319
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Arbeidsrecht / Algemeen
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA5319, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑03‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA5319, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑03‑2000
Essentie
WOR. Art. 21: benadeling. Verklaring voor recht in verzoekschriftprocedure. Ongelijke behandeling?
Partij(en)
X., te Y., verzoekster tot cassatie, adv. mr. E. Grabandt,
tegen
De Nederlandse Spoorwegen NV, te Utrecht, verweerster in cassatie, adv. mr. R.A.A. Duk.
Uitspraak
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 28 februari 1994 ter griffie van het Kantongerecht te Utrecht ingediend verzoekschrift heeft verzoekster tot cassatie — verder te noemen: X. — zich gewend tot de Kantonrechter aldaar en verzocht:
1
voor recht te verklaren dat het door verweerster in cassatie — verder te noemen: NS — gemaakte onderscheid tussen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.