JOL 1999, 79
Alimentatie; beëindiging o.g.v. Wet limitering na scheiding; motiveringseisen; redelijkheid en billijkheid.
HR 22-10-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA1489 (Overgangsrecht bij wettelijke limiteringalimentatie IV)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 oktober 1999
- Magistraten
Roelvink, Neleman, Fleers, De Savornin Lohman, Kop
- Zaaknummer
R98/135HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AA1489
- Roepnaam
Overgangsrecht bij wettelijke limiteringalimentatie IV
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA1489, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑10‑1999
Essentie
Alimentatie; beëindiging o.g.v. Wet limitering na scheiding; motiveringseisen; redelijkheid en billijkheid.
Partij(en)
X., te Z., verzoekster tot cassatie, adv. mr M.J. Smit,
tegen
Y., te W., verweerder in cassatie, adv. mr R.B.F. Hees.
Uitspraak
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 14 april 1997 ter griffie van de Rechtbank te 's‑Gravenhage ingekomen verzoekschrift heeft verweerder in cassatie — verder te noemen: de man — zich, gewend tot die Rechtbank en verzocht:
primair te bepalen dat hij met ingang van 1 januari 1997, subsidiair met ingang van de datum van indiening van dit verzoekschrift niet langer gehouden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.