NJ 1990, 793
HR, 06-10-1989, nr. 13612
HR 06-10-1989, ECLI:NL:PHR:1989:AB9522, m.nt. A.H.J. Swart
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 oktober 1989
- Magistraten
Ras, De Groot, Hermans, Verburgh, Boekman, Biegman-Hartogh
- Zaaknummer
13612
- Noot
A.H.J. Swart
- LJN
AB9522
- JCDI
JCDI:ADS65226:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vreemdelingenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:AB9522, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑10‑1989
ECLI:NL:PHR:1989:AB9522, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑1989
- Wetingang
Vw art. 26; Vw art. 42 lid 2; BW art. 1401
Essentie
Vreemdelingenrecht. Onrechtmatige daad overheid.
Samenvatting
Aansprakelijkheid van de Staat uit onrechtmatige daad, door toepassing van de maatregel voorzien in art. 26 Vreemdelingenwet (vreemdelingenbewaring).
De regeling van art. 42 lid 2 Vreemdelingenwet staat niet in de weg aan een vordering tot schadevergoeding ex art. 1401 BW.
Partij(en)
De Staat der Nederlanden (Ministerie van Justitie), te 's‑Gravenhage, eiser tot cassatie, adv. Mr. H.C. Grootveld,
tegen
Kemal Ahmed Fowad, te Amsterdam, verweerder in cassatie, adv. Mr. A.M.M. Orie.
Voorgaande uitspraak
Rechtbank:
2
De door Fowad aangevoerde grief luidt als volgt:
De Ktr. heeft ten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.