NJ 1990, 726
HR, 02-06-1989, nr. 13442
HR 02-06-1989, ECLI:NL:HR:1989:ZC4046, m.nt. M.M. Mendel
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 juni 1989
- Magistraten
Martens, De Groot, Bloembergen, Verburgh, Roelvink, Asser
- Zaaknummer
13442
- Noot
M.M. Mendel
- LJN
ZC4046
- JCDI
JCDI:ADS65227:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:ZC4046, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑06‑1989
- Wetingang
ZW art. 52a; WW art. 31 lid 1
Essentie
Verhaalsvordering van bedrijfsvereniging. Werking van art. 52a Ziektewet in verband met art. 31 lid 1 aanhef en letter g Werkloosheidswet (WW).
Samenvatting
De vraag of art. 52a Ziektewet meebrengt dat (ook) de toepasselijkheid van genoemde WW-bepaling moet worden weggedacht met als resultaat dat in de door art. 52a bedoelde fictieve situatie de WW-uitkeringen niet geacht kunnen worden te zijn weggevallen als gevolg van het ongeval, moet ontkennend worden beantwoord. Het gemis van WW-uitkeringen gedurende arbeidsongeschiktheid vormt evenzeer door de gelaedeerde in zijn vermogen geleden schade als het tijdens die periode derven van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.