AB 1989, 486
HR, 14-04-1989, nr. 13475: Benckiser/Staat
HR 14-04-1989, ECLI:NL:PHR:1989:AC3549, m.nt. C.J. Kleijs-Wijnobel (Benckiser/Staat)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 april 1989
- Magistraten
Snijders, De Groot, Bloembergen, Roelvink, Davids, Asser
- Zaaknummer
13475
- Noot
C.J. Kleijs-Wijnobel
- LJN
AC3549
- Roepnaam
Benckiser/Staat
- JCDI
JCDI:ADS190079:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Milieurecht / Bodem
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:AC3549, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑04‑1989
ECLI:NL:PHR:1989:AC3549, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑04‑1989
- Wetingang
Essentie
Competentie burgerlijke rechter. Onrechtmatige daad jegens de Staat. Door art. 1401 BW beschermde belangen. Handhaving van wettelijke voorschriften: keuze tussen de publiekrechtelijke en de privaatrechtelijke weg.
Samenvatting
De Staat heeft zich te dezer zake niet slechts beroepen op het algemeen belang, betrokken bij de naleving van de milieuwetgeving op zichzelf, doch ook op de concrete omstandigheden dat in dit geval op acht verschillende plaatsen in Nederland de bodem ernstig werd vervuild. De Staat heeft aan zijn vordering tevens ten grondslag gelegd het gevaar voor schade aan het milieu en de volksgezondheid en de noodzaak om de door storting ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.