NJ 1989, 281
HR, 06-01-1989, nr. 13344
HR 06-01-1989, ECLI:NL:PHR:1989:AB9284
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 januari 1989
- Magistraten
Martens, De Groot, Hermans, Verburgh, Boekman, Hartkamp
- Zaaknummer
13344
- LJN
AB9284
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:AB9284, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑01‑1989
ECLI:NL:PHR:1989:AB9284, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑01‑1989
- Wetingang
BW art. 1358; BW art. 1374 lid 3; NBW art. 6.5.2.11
Essentie
Beroep op dwaling van door crediteur aangesproken borg.
Samenvatting
In de gegeven situatie geen mededelingsplicht voor de crediteur.
Partij(en)
Adriaan Jan de Vor, te Werkendam, eiser tot cassatie, adv. Mr. S.A. Boele,
tegen
Amsterdam-Rotterdam Bank NV, te Amsterdam, verweerster in cassatie, adv. Mr. J.L.W. Sillevis Smitt.
Voorgaande uitspraak
Gerechtshof:
(…)
Voorts staat tussen pp. op grond van niet, althans onvoldoende, weersproken stellingen, dan wel op grond van de verklaringen van de getuigen, het volgende vast:
Geintimeerde heeft bij de beoordeling van de kredietaanvraag van Rehl enige kritische kanttekeningen geplaatst bij de resultatenbegroting van het rapport Tegelaar, doch kwam ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.