NJ 1989, 529
HR, 25-11-1988, nr. 13363: Hilversumse Horeca
HR 25-11-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AD0529, m.nt. E.A.A. Luijten (Hilversumse Horeca)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 november 1988
- Magistraten
Martens, De Groot, Bloembergen, Verburgh, Roelvink, Biegman-Hartogh
- Zaaknummer
13363
- Noot
E.A.A. Luijten
- LJN
AD0529
- Roepnaam
Hilversumse Horeca
- JCDI
JCDI:ADS159445:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AD0529, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑11‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AD0529, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑11‑1988
- Wetingang
BW art. 1:121; BW art. 1374 lid 3; NBW art. 6.1.1.2
Essentie
Huwelijksgoederenrecht. Uitsluiting van iedere gemeenschap bij huwelijkse voorwaarden. Ongerechtvaardigde verrijking van de man door toeneming van diens vermogen als gevolg van de onbetaalde werkzaamheden van de vrouw? Vergoeding op grond van redelijkheid en billijkheid?
Samenvatting
Weliswaar is ook een krachtens een overeenkomst van huwelijkse voorwaarden tussen partijen geldende regel niet toepasselijk voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, maar de enkele omstandigheid dat door de arbeidsinspanning van de vrouw het vermogen van de man is toegenomen, is niet voldoende om een tussen partijen overeengekomen uitsluiting van iedere gemeenschap niet toe ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.