NJ 1970, 380
HR, 19-06-1970
HR 19-06-1970, ECLI:NL:PHR:1970:AC5034, m.nt. G.J. Scholten
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 juni 1970
- Magistraten
De Jong, Dubbink, Ras, Minkenhof, Drion
- Zaaknummer
[1970-06-19/NJ_52782]
- Noot
G.J. Scholten
- LJN
AC5034
- JCDI
JCDI:ADS116862:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1970:AC5034, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑06‑1970
ECLI:NL:PHR:1970:AC5034, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑06‑1970
- Wetingang
BW art. 1406
Essentie
Beperking van het recht op schadevergoeding krachtens art. 1406 BW Feiten welke bepalend zijn voor het bepalen van de behoeftigheid der nabestaanden.
Samenvatting
In gevallen bedoeld in art. 1406 BW wordt aan de daar genoemde personen een recht toegekend op vergoeding van de schade die zij lijden door het derven van levensonderhoud tengevolge van de dood van degene door wiens arbeid zij werden onderhouden. Blijkens tekst en geschiedenis van art. 1406 BW wordt het recht op schadevergoeding krachtens dit artikel in dier voege beperkt, dat vergoeding van de hierboven bedoelde schade niet kan worden gevorderd voor zover en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.