NJ 1970, 447
HR, 17-06-1970
HR 17-06-1970, ECLI:NL:PHR:1970:AC5033
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 juni 1970
- Magistraten
De Jong, Dubbink, Ras, Minckenhof, Drion
- Zaaknummer
[1970-06-17/NJ_52849]
- LJN
AC5033
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1970:AC5033, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑06‑1970
ECLI:NL:PHR:1970:AC5033, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑06‑1970
- Wetingang
BW art. 1463
Essentie
Compensatie.
Samenvatting
Het feit dat tegenvorderingen gemotiveerd zijn bestreden staat er op zichzelf niet aan in de weg dat zij voor dadelijke vereffening en opeising vatbaar zijn. Overigens is de vraag of zodanige vorderingen voor dadelijke vereffening vatbaar zijn van feitelijke aard en kan in cassatie niet worden onderzocht.
Partij(en)
R. Clewits, te Amsterdam, eiser tot cassatie van een tussen pp. gewezen vonnis van de Rb. te Amsterdam van 11 april 1969, adv. Mr. J.Th. Vermeulen
tegen
Mr. R.C. van Schaardenburg, te Amsterdam, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van H.R.A. Verhey, verweerder in cassatie, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.