NJ 1970, 220
HR, 16-01-1970
HR 16-01-1970, ECLI:NL:PHR:1970:AC4984, m.nt. G.J. Scholten
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 januari 1970
- Magistraten
De Jong, Dubbink, De Meijere, Peters, Ras
- Zaaknummer
[1970-01-16/NJ_52622]
- Noot
G.J. Scholten
- LJN
AC4984
- JCDI
JCDI:ADS116780:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1970:AC4984, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑01‑1970
ECLI:NL:PHR:1970:AC4984, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑01‑1970
- Wetingang
Aw 1912 art. 21; BW art. 1401
Essentie
Portretten in de zin van art. 21 der Auteurswet 1912? Profiteren voor reclamedoeleinden van prestatie van uitvoerende kunstenaar onrechtmatige daad jegens kunstenaar?
Samenvatting
In het kader van een reclamecampagne voor een reinigingsmiddel heeft verweerster onder het publiek verspreid een serie sleutelhangers, waaraan bevestigd plastic poppetjes uitbeeldende de figuren van Zuster Klivia, Gerrit en Opa uit de televisieserie ‘Ja Zuster, Nee Zuster’. Daarbij heeft verweerster gehandeld zonder toestemming van eiseres, die deze figuren bij de t.v.-uitzendingen hebben vertolkt.
Vaststellend dat de gelaatstrekken van de onderhavige drie poppetjes niet overeenstemmen met die van eisers, heeft het Hof terecht geoordeeld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.