NJ 1970, 362
HR, 14-11-1969
HR 14-11-1969, ECLI:NL:PHR:1969:AC3833, m.nt. D.J. Veegens
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 november 1969
- Magistraten
De Jong, Dubbink, De Meijere, Peters, Ras
- Zaaknummer
[1969-11-14/NJ_52764]
- Noot
D.J. Veegens
- LJN
AC3833
- JCDI
JCDI:ADS159857:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Erfrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1969:AC3833, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑11‑1969
ECLI:NL:PHR:1969:AC3833, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑11‑1969
- Wetingang
BW (Ned. Antillen) art. 1267 lid 3; Rv (Ned. Antillen) art. 492; Rv (Ned. Antillen) art. 493; Rv (Ned. Antillen) art. 494; Rv (Ned. Antillen) art. 495; Rv (oud) art. 398; Rv (oud) art. 399; Rv (oud) art. 400; Rv (oud) art. 401; Rv (oud) art. 402; Rv (oud) art. 403; Rv (oud) art. 404; Rv (oud) art. 405; Rv (oud) art. 406; Rv (oud) art. 407; Rv (oud) art. 408; Rv (oud) art. 409; Rv (oud) art. 410; Rv (oud) art. 411; Rv (oud) art. 412; Rv (oud) art. 413; Rv (oud) art. 414; Rv (oud) art. 415; Rv (oud) art. 416; Rv (oud) art. 417; Rv (oud) art. 418; Rv (oud) art. 419; Rv (oud) art. 420; Rv (oud) art. 421; Rv (oud) art. 422; Rv (oud) art. 423; Rv (oud) art. 424; Rv (oud) art. 425; Rv (oud) art. 426; Rv (oud) art. 427; Rv (oud) art. 428; Rv (oud) art. 429
Essentie
Zijn erfgenamen van de partij die bij de einduitspraak in het ongelijk is gesteld, maar die was overleden voordat de einduitspraak is gedaan, partijen die beroep in cassatie kunnen instellen tegen de einduitspraak?
Strekking van de in de artikelen 492 e.v. Antilliaans Rv. geregelde schadestaatprocedure.
Moratoire interessen.
In middel aangevoerde grief die in cassatie niet toelaatbaar is en daarom niet tot cassatie kan leiden.
Samenvatting
Het Hof van Justitie heeft, rechtdoende op een door Adlerstein bij de eerste rechter op 13 augustus 1958 ingediend verzoekschrift, bij vonnis van 25 oktober 1960 G.Z. de Jongh veroordeeld tot vergoeding van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.