NJ 1969, 374
HR, 20-06-1969
HR 20-06-1969, ECLI:NL:PHR:1969:AD8001, m.nt. G.J. Scholten
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 juni 1969
- Magistraten
De Jong, Dubbink, De Meijere, Peters, Beekhuis
- Zaaknummer
[1969-06-20/NJ_52272]
- Noot
G.J. Scholten
- LJN
AD8001
- JCDI
JCDI:ADS159847:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1969:AD8001, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑06‑1969
ECLI:NL:PHR:1969:AD8001, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑06‑1969
- Wetingang
Wet AB art. 4; Ongevallenwet 1921 art. 95; BW art. 1401
Essentie
Overgangsrecht. Berekening van schadevergoeding. Causaal verband (tussenkomende fout van een derde?).
Samenvatting
Blijkens de in de artt. 22 en 38a van de Liquidatiewet ongevallenwetten vervatte overgangsregelen, treft de door de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering veroorzaakte verzwaring van de positie van de aansprakelijke persoon jegens de verhaalzoeker niet ook hem, die aansprakelijk is voor de gevolgen van een voor 1 juli 1967 (met ingang van welke datum de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering in de plaats is getreden van o.m. de Ongevallenwet 1921 en van de Invaliditeitswet) voorgevallen ongeval. M.b.t. zodanig ongeval blijven de regels gelden die waren neergelegd in art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.