NJ 1969, 277
HR, 28-03-1969
HR 28-03-1969, ECLI:NL:PHR:1969:AB6213
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 maart 1969
- Magistraten
De Jong, Wiarda, Dubbink, Beekhuis, Minkenhof
- Zaaknummer
[1969-03-28/NJ_52175]
- LJN
AB6213
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1969:AB6213, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑03‑1969
ECLI:NL:PHR:1969:AB6213, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑03‑1969
- Wetingang
Rv (oud) art. 199; Rv (oud) art. 353
Essentie
Bewijsaanbod dat de rechter in appel zonder schending van het recht heeft kunnen passeren.
Samenvatting
Het Hof heeft het aanbod om de getuigen W.P.N., J.J.N. en T.S. nogmaals te doen horen te vaag geoordeeld, blijkbaar op grond dat, nu niet was gesteld in welk opzicht deze getuigen anders of meer zouden kunnen verklaren dan in eerste aanleg, aan dit verbod de in dit stadium van het geding vereiste precisering ontbrak. Daarnaast heeft het Hof geoordeeld dat vijf jaren na de gebeurtenissen, waarover de getuigen zouden moeten verklaren, de betrouwbaarheid van hun destijds afgelegde verklaringen, indien herhaald, niet meer zou ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.