NJ 1969, 249
HR, 07-03-1969: Noordermeer/Rotterdam (Gegaste uien)
HR 07-03-1969, ECLI:NL:PHR:1969:AB7416, m.nt. G.J. Scholten (Noordermeer/Rotterdam (Gegaste uien))
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 maart 1969
- Magistraten
Wiarda, Dubbink, De Meijere, Peters, Minkenhof
- Zaaknummer
[1969-03-07/NJ_52147]
- Conclusie
A-G Van Oosten
- Noot
G.J. Scholten
- LJN
AB7416
- Roepnaam
Noordermeer/Rotterdam (Gegaste uien)
- JCDI
JCDI:ADS49864:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1969:AB7416, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑03‑1969
ECLI:NL:PHR:1969:AB7416, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑03‑1969
- Wetingang
BW art. 1275; BW art. 1276; BW art. 1277; BW art. 1278; BW art. 1376; BW art. 1401; Rv (oud) art. 59 aanhef onder 3°
Essentie
Afspraak tussen pp. die kan strekken ten nadele van een derde? Motiveringsgebrek. Aansprakelijkheid voor schade bij uitvoering van verbintenis om iets te doen. Gemeente, die in opdracht van de K. en ter uitvoering van deze opdracht veldvruchten van de K. en van een derde ondeskundig, onvoorzichtig en/of roekeloos zou hebben behandeld, uit hoofde van art. 1401 jegens derden aansprakelijk? Is voor de berechting van de vordering van de derde tegen de Gemeente relevant of de Gemeente al of niet wist wie eigenaren waren van de veldvruchten welke zij ter uitvoering van die verbintenis heeft behandeld (ontsmet)?
Samenvatting
De Klerk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.