NJ 1969, 308
HR, 21-02-1969
HR 21-02-1969, ECLI:NL:PHR:1969:AC4910, m.nt. H. Drion
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 februari 1969
- Magistraten
De Jong, Wiarda, Dubbink, Beekhuis, Minkenhof
- Zaaknummer
[1969-02-21/NJ_52206]
- Noot
H. Drion
- LJN
AC4910
- JCDI
JCDI:ADS159799:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Goederenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1969:AC4910, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑02‑1969
ECLI:NL:PHR:1969:AC4910, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑02‑1969
- Wetingang
BW art. 1902
Essentie
Stelplicht en bewijslast in geval een eigenaar ontruiming van een woning eist en gedaagde zich beroept op een (nog niet beeindigd) recht op bruikleen.
Samenvatting
De eigenaar van een woning is bevoegd om degene die de woning feitelijk in gebruik heeft tot ontruiming te noodzaken, tenzij deze zich op een zakelijk of persoonlijk gebruiksrecht kan beroepen. Als gedaagde zich op een voor het leven verleend recht van bruikleen beroept, moet hij dit bewijzen. De omstandigheid dat eiser bij voorbaat is ingegaan op het verwachte verweer, (door te ontkennen dat het huis voor het leven van ged. in bruikleen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.