NJ 1969, 112
HR, 17-01-1969: Boré/De Vries
HR 17-01-1969, ECLI:NL:PHR:1969:AB5051 (Boré/De Vries)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 januari 1969
- Magistraten
De Jong, Wiarda, Hulsmann, Dubbink, Minkenhof
- Zaaknummer
[1969-01-17/NJ_52010]
- Conclusie
A-G Berger
- LJN
AB5051
- Roepnaam
Boré/De Vries
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1969:AB5051, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑01‑1969
ECLI:NL:PHR:1969:AB5051, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑01‑1969
- Wetingang
Rv (oud) art. 76
Essentie
Schending van art. 76 Rv.
Samenvatting
Volgens art. 76 Rv. behoort na verleend verstek de ingestelde vordering te worden toegewezen, tenzij deze de rechter onrechtmatig of ongegrond mocht voorkomen.
De Rb. heeft de vordering tot schadevergoeding blijkbaar ongegrond geacht wegens het ontbreken van een naar haar oordeel onvoldoende motivering van de begroting van het schadebedrag; deze omstandigheid had de Rb. echter niet mogen leiden tot de conclusie dat de vordering als ongegrond moet worden afgewezen.
De rechter kan, indien hij twijfelt aan de juistheid van de begroting van een schadebedrag, de eiser nadere inlichtingen vragen of hem bewijs opdragen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.