NJ 1969, 310
HR, 06-12-1968: Jongbloed c.s./Jongbloed
HR 06-12-1968, ECLI:NL:PHR:1968:AB7278, m.nt. K. Wiersma (Jongbloed c.s./Jongbloed)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 december 1968
- Magistraten
De Jong, Wiarda, Hulsmann, Beekhuis, Minkenhof
- Zaaknummer
[1968-12-06/NJ_52208]
- Noot
K. Wiersma
- LJN
AB7278
- Roepnaam
Jongbloed c.s./Jongbloed
- JCDI
JCDI:ADS65314:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Erfrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1968:AB7278, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑12‑1968
ECLI:NL:PHR:1968:AB7278, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑12‑1968
- Wetingang
BW art. 960; BW art. 961; BW art. 962; BW art. 963; BW art. 964; BW art. 965; BW art. 966; BW art. 967; BW art. 968; BW art. 969; BW art. 970; BW art. 971; BW art. 972; BW art. 973; BW art. 974; BW art. 975; BW art. 976
Essentie
Inkorting ten behoeve van legitimarissen: in hoeverre moet deze plaats vinden in geval van vervreemding van een onroerend goed tegen een prijs beneden de werkelijke waarde met de bedoeling de verkrijger te bevoordelen?
Samenvatting
Bij de beantwoording van de vraag, in hoeverre inkorting moet plaats vinden in geval van vervreemding van een onroerend goed tegen een prijs beneden de werkelijke waarde met de bedoeling de verkrijger te bevoordelen, moet worden onderscheiden tussen het geval, dat het goed is verkocht voor een weliswaar lage maar toch reele koopprijs, en het geval dat de bedongen tegenprestatie van zo geringe betekenis ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.