NJ 1968, 317
HR, 21-06-1968
HR 21-06-1968, ECLI:NL:PHR:1968:AB5502
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 juni 1968
- Magistraten
De Jong, Hulsmann, Dubbink, Beekhuis, Minkenhof
- Zaaknummer
[1968-06-21/NJ_51769]
- LJN
AB5502
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1968:AB5502, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑06‑1968
ECLI:NL:PHR:1968:AB5502, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑1968
- Wetingang
Rv (oud) art. 880
Essentie
Voorlopig getuigenverhoor.
Samenvatting
De bepaling van art. 880, lid 1 Rv verzet zich er niet tegen dat de rechter die het verhoor zal houden, indien hem gebleken is dat de niet bij het verhoor verschenen wederpartij tijdig op andere wijze dan op een der wijzen in de bepaling genoemd van de inhoud van de voor hem bestemde stukken heeft kennis genomen, overgaat tot het verhoor op de voet als in art. 879 bedoeld, en hij, indien de getuige niet is verschenen, overeenkomstig de gewone regels omtrent het getuigenverhoor een nieuwe oproep van de getuige beveelt.
Voorgaande uitspraak
VERZOEKSCHRIFT ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.