NJ 1968, 141
HR, 09-02-1968
HR 09-02-1968, ECLI:NL:PHR:1968:AB4224
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 februari 1968
- Magistraten
Wiarda, Hulsmann, Dubbink, De Meijere, Beekhuis
- Zaaknummer
[1968-02-09/NJ_51593]
- LJN
AB4224
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1968:AB4224, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑02‑1968
ECLI:NL:PHR:1968:AB4224, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑02‑1968
- Wetingang
Huurwet art. 18; Rv (oud) art. 46; Rv (oud) art. 134
Essentie
Beroep op huurbescherming in strijd met de goede trouw? Schending van de door eiser tot cassatie geformuleerde regel dat de rechter gebonden is aan een bij interlocutoir uitdrukkelijk en zonder voorbehoud gegeven beslissing? Vorm waarin de bij art. 134 Rv. toegekende bevoegdheid moet worden uitgeoefend.
Samenvatting
De omstandigheid dat een gewezen huurder geen gebruik maakt van een tot het gehuurde behorende tuin, waaraan noch hij noch de verhuurder behoefte heeft, heeft niet tot gevolg dat zijn beroep op huurbescherming t.a.v. het gehuurde in zijn geheel, voor zover het die tuin betreft, als in strijd met de goede trouw ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.