NJ 1968, 112
HR, 19-01-1968: Favoriet
HR 19-01-1968, ECLI:NL:PHR:1968:AB5254, m.nt. G.J. Scholten (Favoriet)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 januari 1968
- Magistraten
De Jong, Wiarda, Hulsmann, Dubbink, Beekhuis
- Zaaknummer
[1968-01-19/NJ_51564]
- Conclusie
A-G Minkenhof
- Noot
G.J. Scholten
- LJN
AB5254
- Roepnaam
Favoriet
- JCDI
JCDI:ADS159705:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vervoersrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1968:AB5254, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑01‑1968
ECLI:NL:PHR:1968:AB5254, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑01‑1968
- Wetingang
K art. 468 lid 2; K art. 510 lid 2; RO art. 99
Essentie
Verantwoordelijkheid van zee-vervoerder voor behoorlijke stuwing van vervoerde goederen, indien hij de stuwage aan de afzender heeft overgelaten.
Samenvatting
De vervoerder, die blijkens art. 468, lid 2 WvK verplicht is zorg te dragen voor de behoorlijke stuwing van de vervoerde goederen, kan weliswaar de stuwage aan de afzender overlaten, maar kan — naar uit art. 510, lid 2 volgt — een daarop berustend, hem in zijn persoonlijke verhouding tot de afzender toekomend verweermiddel niet tegenwerpen aan de regelmatige cognossementshouder, tenzij deze wist dat de stuwage door de afzender is geschied. 1
Partij(en)
E.R. Engelsman, te Delfzijl, eiser tot cassatie van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.