NJ 1968, 180
HR, 05-01-1968
HR 05-01-1968, ECLI:NL:PHR:1968:AB3786
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 januari 1968
- Magistraten
De Jong, Wiarda, Hulsmann, Dubbink, De Meijere
- Zaaknummer
[1968-01-05/NJ_51632]
- LJN
AB3786
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1968:AB3786, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑01‑1968
ECLI:NL:PHR:1968:AB3786, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑01‑1968
- Wetingang
Rv (oud) art. 59 aanhef onder 3°
Essentie
Onvoldoende motivering van een louter feitelijke beslissing (bewezenverklaring).
Samenvatting
De Rb. heeft bewezen geacht, dat de door eisers tot cassatie verschuldigde koopprijs van een door hen gekochte auto is betaald door middel van het crediet dat verweerder aan hen bij wijze van geldlening verstrekte. De Rb. heeft echter niet vastgesteld waarin de credietverlening heeft bestaan. Dit in het midden latende en vermeldende dat niet is kunnen worden vastgesteld wie de verkoper van de auto was, heeft de Rb. haar oordeel dat bewezen is dat verweerder de gestelde geldleningen aan thans-eisers heeft verstrekt niet naar de eis der wet met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.