NJ 1967, 278
HR, 21-04-1967
HR 21-04-1967, ECLI:NL:PHR:1967:AC4736
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 april 1967
- Magistraten
De Jong, Hulsmann, Dubbink, Loeff, Beekhuis
- Zaaknummer
[1967-04-21/NJ_51246]
- LJN
AC4736
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1967:AC4736, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑04‑1967
ECLI:NL:PHR:1967:AC4736, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑04‑1967
- Wetingang
BW art. 288; BW art. 289; BW art. 300; BW art. 301; BW art. 302; BW art. 303; BW art. 304
Essentie
Treden de rechtsgevolgen van scheiding van t. en b. in krachtens een vonnis, dat in gewijsde is gegaan nadat het huwelijk door echtscheiding was ontbonden?
Samenvatting
De rechtsgevolgen van scheiding van tafel en bed treden eerst in door het in kracht van gewijsde gaan van het vonnis waarbij de scheiding is uitgesproken. Onjuist is de stelling, dat deze rechtsgevolgen geacht moeten worden op een vroeger tijdstip te zijn ingetreden, indien het vonnis bij verstek is uitgesproken en in kracht van gewijsde gaat door royement van de verzetprocedure. Terecht heeft het Hof geoordeeld, dat na ontbinding van het huwelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.