NJ 1967, 197
HR, 31-03-1967
HR 31-03-1967, ECLI:NL:PHR:1967:AC4733, m.nt. G.J. Scholten
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
31 maart 1967
- Magistraten
De Jong, Wiarda, Dubbink, Loeff, Beekhuis
- Zaaknummer
[1967-03-31/NJ_51165]
- Noot
G.J. Scholten
- LJN
AC4733
- JCDI
JCDI:ADS159726:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1967:AC4733, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑03‑1967
ECLI:NL:PHR:1967:AC4733, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑03‑1967
- Wetingang
BW art. 1401; Rv (oud) art. 424
Essentie
Taak van de rechter na cassatie en verwijzing. Niet functioneren van een beveiligingsinrichting van een kraan, dienende om deze stroomloos te maken en tot stilstand te brengen. Aan schuld te wijten oorzaak van botsing van kraan met schip, nu de kraan uit zichzelf is gaan rijden, ook indien dit onvoorzienbaar was?
Samenvatting
Nadat bij HR 10 mei 1963 (NJ 1963 no. 277) was beslist dat de ingestelde vorderingen op de primair daarvoor gestelde grondslag niet toewijsbaar waren en de zaak ter verdere berechting naar het Hof was verwezen, had het Hof te onderzoeken hetgeen thans-verweerders als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.