NJ 1967, 212
HR, 10-02-1967
HR 10-02-1967, ECLI:NL:PHR:1967:AC1246, m.nt. G.J. Scholten
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 februari 1967
- Magistraten
De Jong, Houwing, Hulsmann, Loeff, Beekhuis
- Zaaknummer
[1967-02-10/NJ_51180]
- Noot
G.J. Scholten
- LJN
AC1246
- JCDI
JCDI:ADS2455:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1967:AC1246, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑02‑1967
ECLI:NL:PHR:1967:AC1246, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑02‑1967
- Wetingang
BW art. 1374; BW art. 1885
Essentie
Heeft de borg door de in het bestreden arrest omschreven gedragingen afstand gedaan van het aan de borg door art. 1885 BW gegeven recht zich te beroepen op ontslag uit de borgtocht? Wanneer kan aan de handeling de betekenis van het doen van afstand van een recht worden toegekend?
Samenvatting
Wil aan een handeling de betekenis van het doen van afstand van een recht kunnen worden toegekend, dan is daarvoor bij de handelende vereist kennis van het recht hetwelk bij het varen, dat is in het gegeven geval kennis bij de borg niet alleen van de feitelijke omstandigheden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.