NJ 1967, 86
HR, 23-12-1966
HR 23-12-1966, ECLI:NL:PHR:1966:AB5770
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 december 1966
- Magistraten
De Jong, Houwing, Hulsmann, Loeff, Beekhuis
- Zaaknummer
[1966-12-23/NJ_51054]
- LJN
AB5770
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1966:AB5770, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑12‑1966
ECLI:NL:PHR:1966:AB5770, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑12‑1966
- Wetingang
Rv (oud) art. 199
Essentie
Voorbijgaan aan aanbod van getuigenbewijs op grond dat de verklaringen van de te horen getuigen voor het bewijs onvoldoende zouden zijn.
Samenvatting
Door het aangeboden getuigenbewijs te passeren op de enkele grond dat de verklaringen, die de te horen getuigen volgens haar zouden kunnen afleggen, voor het bewijs onvoldoende zouden zijn, heeft de Rb. art. 199 jo 353 Rv. geschonden. De vraag of door die verklaringen het bewijs van de gestelde feiten volledig bewezen zal worden, zal eerst aan de orde komen, nadat het verhoor zal hebben plaats gevonden.
Partij(en)
De naaml. venn. Steenfabriek Korevaar NV, te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.