NJ 1966, 457
HR, 24-06-1966
HR 24-06-1966, ECLI:NL:PHR:1966:AC4673
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 juni 1966
- Magistraten
De Jong, Wiarda, Houwing, Hulsmann, Beekhuis
- Zaaknummer
[1966-06-24/NJ_50915]
- LJN
AC4673
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1966:AC4673, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑06‑1966
ECLI:NL:PHR:1966:AC4673, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑06‑1966
- Wetingang
BW art. 1639p lid 2 onder 10°
Essentie
Weigering van arbeider om te voldoen aan een hem door de werkgever gegeven bevel of opdracht. Dringende reden tot ontslag?
Samenvatting
Ter beantwoording van de vraag of een door de werkgever aan de arbeider gegeven bevel of opdracht redelijk is in de zin van art. 1639p, lid 2 sub 10e BW moeten tegen elkander worden afgewogen het belang dat de werkgever bij het bevel of de opdracht heeft enerzijds, en bezwaren van de arbeider daartegen anderzijds. Daarbij komt uiteraard niet alles wat de arbeider daartegen aanvoert in aanmerking, maar datgene wat gezegd kan worden werkelijk voor hem een bezwaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.