NJ 1966, 220
HR, 04-03-1966
HR 04-03-1966, ECLI:NL:PHR:1966:AB3708
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 maart 1966
- Magistraten
De Jong, Wiarda, Houwing, Hulsmann, Beekhuis
- Zaaknummer
[1966-03-04/NJ_50678]
- LJN
AB3708
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1966:AB3708, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑03‑1966
ECLI:NL:PHR:1966:AB3708, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑03‑1966
- Wetingang
Rv (oud) art. 134; Rv (oud) art. 697
Essentie
Gebondenheid van partijen in een zwarigheden-procedure aan de omschrijving van het geschil in het p.-v. van zwarigheden.
Samenvatting
Het krachtens art. 697 Rv. gevoerde geding, waarin de rechter op voor alle betrokkenen bindende wijze een einde maakt aan de hem voorgelegde geschillen die in de loop van scheidingswerkzaamheden m.b.t. een boedelscheiding zijn gerezen, vindt zijn grondslag in, en kan uitsluitend betrekking hebben op bedoelde tijdens die werkzaamheden opgekomen geschilpunten zoals deze in het door de notaris opgemaakte p.-v. van zwarigheden zijn omschreven. Dit brengt mede, dat de oorspronkelijke aanlegger niet bevoegd is tijdens de loop van zodanig geding zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.