NJ 1966, 161
HR, 03-12-1965
HR 03-12-1965, ECLI:NL:PHR:1965:AB3662, m.nt. N.J. Polak
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 december 1965
- Magistraten
Wiarda, Houwing, Hulsmann, Petit, Beekhuis
- Zaaknummer
[1965-12-03/NJ_50619]
- Noot
N.J. Polak
- LJN
AB3662
- JCDI
JCDI:ADS116753:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1965:AB3662, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑12‑1965
ECLI:NL:PHR:1965:AB3662, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑1965
- Wetingang
Ow art. 61; Ow art. 96
Essentie
Is met het werk waartoe werd onteigend binnen de in art. 61 juncto art. 96 der Onteigeningswet bepaalde periode een aanvang gemaakt?
Samenvatting
Volgens art. 61 der Onteigeningswet ontstaat voor de onteigende een recht tot terugvordering van het onteigende, indien niet binnen een jaar nadat het eindvonnis van onteigening in kracht van gewijsde is gegaan, met het werk waartoe werd onteigend een aanvang is gemaakt. Volgens art. 96 geldt het voorschrift van art. 61 ook voor onteigeningen in het belang van de volkshuisvesting, met dien verstande dat daar de onteigende de keus heeft tussen terugvordering en een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.