NJ 1966, 137
HR, 26-11-1965
HR 26-11-1965, ECLI:NL:PHR:1965:AB6074
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 november 1965
- Magistraten
De Jong, Wiarda, Hulsmann, Petit, Beekhuis
- Zaaknummer
[1965-11-26/NJ_50595]
- LJN
AB6074
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1965:AB6074, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑11‑1965
ECLI:NL:PHR:1965:AB6074, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑11‑1965
- Wetingang
Rv (oud) art. 5 aanhef onder 1°; Rv (oud) art. 90; Rv (oud) art. 92
Essentie
Gelden de in art. 5 Rv. aan een exploit van dagvaarding gestelde vereisten ook voor het afschrift of de afschriften dienende om overeenkomstig de artt. 1t4 Rv. de gedaagde met het feit zijner dagvaarding in kennis te stellen? Beroep op bij art. 92 Rv. bevolen nietigheid te verwerpen wegens het ontbreken van belang zich van de ingeroepen nietigheid te bedienen?
Samenvatting
De man (eiser tot cassatie), die geen bekende woon- of verblijfplaats binnen het Koninkrijk had terwijl zijn woonplaats daarbuiten onbekend was, is door de vrouw (thans-verweerster) in hoger beroep gedagvaard overeenkomstig het in art. 4, onder 7e, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.