NJ 1966, 58
HR, 12-11-1965
HR 12-11-1965, ECLI:NL:PHR:1965:AB4580
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 november 1965
- Magistraten
De Jong, Wiarda, Houwing, Petit, Beekhuis
- Zaaknummer
[1965-11-12/NJ_50516]
- LJN
AB4580
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verkeersrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1965:AB4580, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑11‑1965
ECLI:NL:PHR:1965:AB4580, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑11‑1965
- Wetingang
WVW art. 39 lid 9
Essentie
Vervaltermijn van de rechtsvordering, bedoeld in art. 31 Wegenverkeerswet.
Samenvatting
Voor de beoordeling van de vraag of de rechtsvordering tot schadevergoeding, bedoeld in art. 31 Wegenverkeerswet, m.h.o. op de in het 9de lid van dit artikel gestelde vervaltermijn kan worden ontvangen, is, naast de dag van het ongeval, beslissend de dag waarop op de grondslag van dit artikel de vordering tegen de eigenaar of houder van het motorrijtuig wordt ingesteld.
Indien de eiser in de loop van het geding het bedrag van zijn vordering vermeerdert, wordt daardoor geen nieuwe rechtsvordering ingesteld, waarvan de ontvankelijkheid opnieuw aan het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.