NJ 1965, 374
HR, 28-05-1965
HR 28-05-1965, ECLI:NL:PHR:1965:AB6231
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 mei 1965
- Magistraten
De Jong, Wiarda, Houwing, Petit, Beekhuis
- Zaaknummer
[1965-05-28/NJ_50386]
- LJN
AB6231
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1965:AB6231, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑05‑1965
ECLI:NL:PHR:1965:AB6231, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑05‑1965
- Wetingang
Rv (oud) art. 400; Rv (oud) art. 343; Rv (oud) art. 344; Rv (oud) art. 345; Rv (oud) art. 346; Rv (oud) art. 347; Rv (oud) art. 348; Rv (oud) art. 349; Rv (oud) art. 350; Rv (oud) art. 351; Rv (oud) art. 352; Rv (oud) art. 353; Rv (oud) art. 354; Rv (oud) art. 355; Rv (oud) art. 356; Rv (oud) art. 357; Rv (oud) art. 358
Essentie
Ontvankelijkheid van het cassatieberoep. Berusting? Appelgrief niet onderzocht en daarover niet beslist door appelrechter?
Samenvatting
Het opgeworpen middel van niet-ontvankelijkheid, dat de eiseres tot cassatie, door de ten gunste van de verweerster in eerdere instanties geliquideerde proceskosten zonder voorbehoud te voldoen, in de met het cassatieberoep bestreden uitspraken heeft berust, gaat niet op vermits de Hoge Raad niet aanvaardt dat de eiseres, aldus handelende, de bedoeling heeft gehad zich bij de gevallen arresten neer te leggen, noch dat de wederpartij voormeld handelen als een te kennen geven van de wil in die uitspraken te berusten heeft opgevat.
De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.