NJ 1966, 328
HR, 26-03-1965: Erven De Rooy
HR 26-03-1965, ECLI:NL:HR:1965:AC4557, m.nt. J.H. Beekhuis (Erven De Rooy,De Rooy-arrest)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 maart 1965
- Magistraten
De Jong, Wiarda, Hulsmann, Petit, Beekhuis
- Zaaknummer
[1965-03-26/NJ_50786]
- Noot
J.H. Beekhuis
- LJN
AC4557
- Roepnaam
Erven De Rooy
De Rooy-arrest
- JCDI
JCDI:ADS159653:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1965:AC4557, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑03‑1965
- Wetingang
BW art. 1370 lid 2; BW art. 1132; BW art. 1703 lid 2
Essentie
Moet een vennootschappelijk verblijvensbeding worden aangemerkt als een beding over een nog niet opengevallen nalatenschap? Regeling van de gevolgen van het verblijvensbeding, waarbij de overlevende vennoot (tevens een der erfgenamen van de overleden vennoot) is bevoordeeld. Aan inbreng onderworpen schenking, als bedoeld in art. 1132 BW? Schenking ter zake des doods, verboden bij art. 1703, lid 2, BW?
Samenvatting
Een vennootschappelijk verblijvensbeding, aangegaan voor het geval van ontbinding der vennootschap bij overlijden van een vennoot, houdt in een regeling van de rechtsgevolgen van de ontbinding van de vennootschap waarvan de overleden vennoot deel uitmaakte, en niet een regeling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.