NJ 1965, 141
HR, 19-02-1965
HR 19-02-1965, ECLI:NL:PHR:1965:AC4540, m.nt. G.J. Scholten
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 februari 1965
- Magistraten
De Jong, Wiarda, Houwing, Petit, Beekhuis
- Zaaknummer
[1965-02-19/NJ_50153]
- Noot
G.J. Scholten
- LJN
AC4540
- JCDI
JCDI:ADS116665:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1965:AC4540, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑02‑1965
ECLI:NL:PHR:1965:AC4540, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑1965
- Wetingang
BW art. 1637x; BW art. 1954; Rv (oud) art. 48
Essentie
Verhouding tussen het 2e en het 4e lid van art. 1637x BW Heeft krachtens art. 1637x, 2e lid, gegeven beslissing tot wijziging van een concurrentiebeding kracht van gewijsde t.a.v. ex art. 1637x, 4e lid, ingestelde vordering tot vermindering van de voor een bepaalde overtreding ingevolge het concurrentiebeding verschuldigde schadevergoeding? Niet door ged. gebruikt argument hetwelk de rechter mag bezigen als ontleend aan een door ged. gesteld feit.
Samenvatting
Voor de aanvang van het onderhavige geding had N. (verweerder in cassatie) tegen E. (eiser tot cassatie) een vordering ingesteld, o.m. strekkende tot het te niet doen, althans het wijzigen, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.