NJ 1966, 338
HR, 31-05-1963
HR 31-05-1963, ECLI:NL:PHR:1963:AC4429
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
31 mei 1963
- Magistraten
Smits, De Jong, Wiarda, Houwing, Petit
- Zaaknummer
[1963-05-31/NJ_50796]
- LJN
AC4429
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1963:AC4429, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑05‑1963
ECLI:NL:PHR:1963:AC4429, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑05‑1963
- Wetingang
BW art. 1404
Essentie
Aansprakelijkheid voor door een dier veroorzaakte schade.
Samenvatting
De in art. 1404 BW geregelde aansprakelijkheid voor door een dier veroorzaakte schade rust op de eigenaar van het dier, tenzij een ander zich van het dier ‘bedient’, in welk geval die ander, ‘zolang hetzelve tot zijn gebruik verstrekt’, die aansprakelijkheid draagt. In het onderhavige geval was schade veroorzaakt door een vaars, die bij een ander dan de eigenaar was ingeschaard. Aannemende dat het doel van de inscharing was waardevermeerdering van de vaars ten bate van de eigenaar en dat de mest en het afgrazen slechts bijkomende voordelen waren die de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.