NJ 1963, 331
HR, 29-03-1963
HR 29-03-1963, ECLI:NL:PHR:1963:AG2060, m.nt. J.H. Beekhuis
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 maart 1963
- Magistraten
De Jong, Wiarda, Houwing, Hülsmann, Petit
- Zaaknummer
[1963-03-29/NJ_50008]
- Noot
J.H. Beekhuis
- LJN
AG2060
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS116670:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht (V)
Archief (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1963:AG2060, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑03‑1963
ECLI:NL:PHR:1963:AG2060, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑03‑1963
- Wetingang
(BW art. 164a)
Essentie
Aangaan van borgtocht in de uitoefening van beroep of bedrijf, waarvoor toestemming van echtgenoot niet is vereist.
Samenvatting
Het voorschrift van art. 164aB. W., dat voor de daar genoemde handelingen, door een der echtgenoten verricht, de toestemming van den anderen echtgenoot eist, beoogt de bescherming van de echtgenoten tegenover elkaar met het oog op de gevolgen die deze handelingen ook voor den anderen echtgenoot kunnen hebben. Onder die handelingen is het zich verbinden als borg opgenomen kennelijk om de grote risico's welke borgtochten kunnen meebrengen. De daarbij gemaakte uitzondering voor borgtochten, aangegaan in de uitoefening van een beroep of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.