NJ 1963, 53
HR, 22-06-1962
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 juni 1962
- Magistraten
De Jong, Houwing, Hülsmann, Petit, De Meijere
- Zaaknummer
[1962-06-22/NJ_50006]
- Noot
J.H. Beekhuis
- LJN
AG2058
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS116673:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht (V)
Archief (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1962:AG2058, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑06‑1962
ECLI:NL:PHR:1962:AG2058, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑06‑1962
- Wetingang
(BW art. 164a.)
Essentie
Borgtocht aangegaan zonder toestemming van de echtgenoot. Bescherming van rechten, welke de wederpartij te goeder trouw om baat heeft verkregen. Borgtocht in de uitoefening van een beroep of bedrijf aangegaan.
Samenvatting
Ingeval de ene echtgenoot de nietigheid inroept van een door de andere echtgenoot zonder de krachtens art. 164aB. W. vereiste toestemming verrichte rechtshandeling, worden krachtens art. 164b geëerbiedigd zowel de rechten die de wederpartij bij die rechtshandeling, als de rechten die anderen dan deze wederpartij te goeder trouw om baat verkregen. Ten aanzien van de wederpartij is goede trouw aanwezig, indien zij hetzij niet wist en ...