NJ 1958, 202
HR, 07-02-1958: Jenissen
HR 07-02-1958, ECLI:NL:PHR:1958:AG2026 (Jenissen)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 februari 1958
- Magistraten
Donner, Smits, Boltjes, De Jong, Hülsmann, s’ Jacob
- Zaaknummer
[1958-02-07/NJ_49972]
- Conclusie
A-G s'Jacob
- LJN
AG2026
- Roepnaam
Jenissen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Insolventierecht (V)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1958:AG2026, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑02‑1958
ECLI:NL:PHR:1958:AG2026, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑02‑1958
- Wetingang
Fw art. 1; Fw art. 6
Essentie
Intrekking der aanvrage in hoger beroep. Toestand van te hebben opgehouden te betalen. Motivering.
Samenvatting
De omstandigheid dat hij op wiens aanvrage de rb. het faillissement heeft uitgesproken, in hoger beroep heeft doen verklaren, dat hij zijn aanvrage intrekt, kan op zichzelf niet leiden tot vernietiging van het faillissement.
's Hofs beslissing, dat de faillietverklaarde t.t. van het h.b. verkeerde in den toestand van te hebben opgehouden te betalen, is niet naar den eis der wet met redenen omkleed, nu zij enkel steunde op de omstandigheid, dat de passiva de activa overtreffen.
Voorgaande uitspraak
Verzoekschrift.