HR, 21-01-1955
ECLI:NL:PHR:1955:AG2033
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21-01-1955
- Zaaknummer
[1955-01-21/NJ_49979]
- LJN
AG2033
- Roepnaam
Forumbank
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:1955:AG2033, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑01‑1955; (Cassatie)
ECLI:NL:PHR:1955:AG2033, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑01‑1955
- Vindplaatsen
NJ 1959, 43 met annotatie van L.J. Hijmans van den Bergh
AA20060522 met annotatie van Raaijmakers M.J.G.C. Theo
JOR 2024/215 met annotatie van mr. dr. S.B. Garcia Nelen
Uitspraak 21‑01‑1955
Inhoudsindicatie
Ondernemingsrecht. Door algemene vergadering van aandeelhouders genomen besluit tot inkoop aandelen van enkele van deze aandeelhouders, terwijl in de statuten deze bevoegdheid niet aan de algemene vergadering van aandeelhouders was toegekend. Bestuur verplicht tot uitvoering? Nietigheid besluit. Ook de algemene vergadering van aandeelhouders mag de bij wet en statuten getrokken grenzen harer bevoegdheid niet overschrijden. Met het standpunt dat de algemene vergadering - ondanks het feit dat de inkoop van eigen aandelen in het algemeen tot de bevoegdheid van de directie behoort - bevoegd is aan de directie opdracht te geven een bepaald aantal eigen aandelen voor een bepaalde prijs van bepaalde verkopers te kopen omdat de bestuurders ondergeschikt zijn aan de naamloze vennootschap en de algemene vergadering de hoogste macht in de naamloze vennootschap bezit, wordt hieraan voorbijgezien. Conclusie niet voorhanden.
Openbare terechtzitting van Vrijdag 21 Januari 1955.
De zitting is geopend des voormiddags te 10 uur.
De deurwaarder roept de volgende zaken uit:
De Hoge Raad der Nederlanden,
in de zaak (No. 8807) van:
[eiser] , wonende te [woonplaats], eiser tot cassatie van een op 21 April 1954 door het Gerechtshof te Amsterdam tussen partijen gewezen arrest, vertegenwoordigd door Mr. A.G. Maris, advocaat bij den Hogen Raad,
t e g e n
[verweerder 1] , wonende te [woonplaats],
[verweerder 2] , wonende te [woonplaats],
[verweerder 3] , wonende te [woonplaats],
verweerders in cassatie, vertegenwoordigd door Mr. A.F. Visser van IJzendoorn, mede advocaat bij den Hogen Raad;
Gehoord partijen;
Gehoord den Advocaat-Generaal Langemeijer, namens den Procureur-Generaal concluderende tot verwerping van het beroep, met veroordeling van eiser tot cassatie in de daarop gevallen kosten;
Gezien de stukken;
Overwegende dat uit het bestreden arrest blijkt:
dat [verweerder 1] en [verweerder 2] voor de Arrondissements-Rechtbank te Amsterdam hebben gedaagd [eiser], [verweerder 3] en de N.V. Forum-Bank, gevestigd te Amsterdam, en hebben gevorderd dat zal worden nietigverklaard wegens strijd met de wet, dan wel de Statuten der genoemde Vennootschap, de goede zeden, redelijkheid, billijkheid en/of goede trouw het besluit, genomen in de algemene vergadering van aandeelhouders der voornoemde vennootschap op 15 Januari 1953 met 411 tegen 117 stemmen, tot verkoop van 297 aandelen Forum-Bank door [eiser] en [verweerder 3] aan deze bank tegen den prijs van ƒ. 1000,- per aandeel, waarbij de koopprijs ad ƒ. 297000,- in de eerste plaats zal worden aangewend tot afdekking van het gezamenlijk debet-saldo van [eiser] en [verweerder 3], en voor de rest in overleg met partijen:
dat [verweerder 1] en [verweerder 2] deze vordering doen steunen op de navolgende gronden:
‘’[eiser] en [verweerder 3], die ieder wegens saldo hunner voorschotrekening een aanzienlijk bedrag, onverminderd rente en kosten, aan de Forum-Bank N.V. schuldig waren en die ieder tot meerdere zekerheid voor de voldoening van zijn schuld aan genoemde Bank een aantal aandelen, elk nominaal groot ƒ. 1000,-, in haar geplaatst maatschappelijk kapitaal in onderpand hadden gegeven, hebben op grond van het bepaalde bij artikel 15 der statuten van de Forum-Bank schriftelijk en met opgave der te behandelen onderwerpen gevorderd, dat een algemene vergadering van aandeelhouders van de Forum-Bank zou worden gehouden, voorzover te dezen van belang luidende:
‘’aanbod van de Heren [eiser] en [verweerder 3] tot verkoop aan de vennootschap van tweehonderd zeven en negentig aandelen Forum-Bank N.V. tegen een prijs, door de algemene vergadering van aandeelhouders vast te stellen’’, waarna dit onderwerp als punt 6 op de agenda van de op 11 December 1952 gehouden jaarlijkse algemene vergadering der aandeelhouders van genoemde Bank is geplaatst.
Op die vergadering is ten aanzien van voormeld punt geen beslissing genomen, doch de vergadering is verdaagd tot 15 Januari 1953.
Dientengevolge is op 15 Januari 1953 een tweede algemene vergadering van aandeelhouders van de Forum-Bank gehouden, welke blijkens de daarvan opgemaakte presentielijst werd bijgewoond door acht aandeelhouders, in totaal vertegenwoordigende 528 aandelen, rechtgevende tot het uitbrengen van 528 stemmen.
Tot die aanwezige aandeelhouders behoorden onder meer [verweerder 1] met 50 aandelen en [verweerder 2] met 35 aandelen, zomede de door hun gemachtigde vertegenwoordigde [eiser] met 296 aandelen en [verweerder 3] met 110 aandelen.
Op deze vergadering is bovenomschreven punt 6 der agenda opnieuw in behandeling genomen. Daaromtrent is daarbij, blijkens de daarvan gemaakte notulen een uitvoerige discussie ontstaan, waarbij zowel de directie van de Forum-Bank als de voltallige aanwezige raad van commissarissen zich met klem tegen de aanvaarding van het in bedoeld punt vervat aanbod hebben verklaard, omdat zij zulks in strijd achtten, zowel met de belangen der Forum-Bank N.V. als met die van derzelver aandeelhouders, van wie het aanbod niet is uitgegaan.
Bovendien heeft de directie van de Forum-Bank daarbij de vergadering er nadrukkelijk op gewezen, dat de inkoop door de Bank van een dergelijk omvangrijk pakket eigen aandelen een ernstig gevaar voor de liquiditeitspositie van de Bank zou opleveren en onverenigbaar was met het nog kort te voren door de Nederlandse Bank dienaangaande ingenomen en aan de Forum-Bank kenbaar gemaakt standpunt.
Voorts hebben directie en commissarissen van de Forum-Bank ter vergadering als hun mening te kennen gegeven, dat het nemen van een besluit omtrent gemeld aanbod niet tot de bevoegdheid van de algemene vergadering van aandeelhouders van de Bank behoort en dat daaraan geen rechtsgeldigheid kan worden toegekend.
Ook de overige ter vergadering aanwezige aandeelhouders, met uitzondering van één, vertegenwoordigende 5 aandelen en uitbrengende 5 stemmen, hebben zich unaniem bij het voormelde standpunt van directie en commissarissen aangesloten en hebben zich uitgesproken tegen de behandeling en aanneming van meergemeld agendapunt.
Desondanks heeft de gemachtigde van [verweerder 3] het voorstel gedaan, dat de Forum-Bank N.V. het aanbod van [eiser] en [verweerder 3] om 297 aandelen Forum-Bank aan genoemde Bank te verkopen tegen een prijs van ƒ. 1000,- per aandeel aanvaardt, waarbij de koopprijs ad ƒ. 297.000,- in de eerste plaats zal worden aangewend tot afdekking van hun gezamenlijk debetsaldo, terwijl de directie van de Bank wordt gemachtigd omtrent tijdstip en wijze van betaling van het restant met hen tot een regeling te komen.
Na hevige oppositie van het volledige bestuur der Forum-Bank, zowel tegen gemeld voorstel zelf als tegen het in stemming brengen daarvan, werd met 411 tegen 117 stemmen tot stemming over het voorstel besloten, waarna het voorstel zelf met 411 stemmen ‘’vóór’’ en 117 stemmen ‘’tegen’’ is aangenomen.
[verweerder 1] en [verweerder 2] achten dit laatste besluit nietig als zijnde zowel in strijd met de wet en de statuten als met de goede zeden, de goede trouw, de redelijkheid en de billijkheid en zij hebben recht en belang om op grond van het bepaalde bij het eerste lid van artikel 46-a van het Wetboek van Koophandel de nietigheid van dat besluit in te roepen, zulks op de navolgende gronden:
In de eerste plaats is het besluit in strijd met het bepaalde bij artikel 4 van de statuten der Forum-Bank N.V. en mitsdien nietig, immers, waar gemeld artikel aan de Bank slechts de bevoegdheid verleent om eigen aandelen voor eigen rekening onder bezwarende titel te verkrijgen tot ten hoogste de helft van het geplaatste maatschappelijk kapitaal en dit op 15 Januari 1953 ƒ. 785.000,- bedroeg, verdeeld in 785 aandelen elk groot ƒ. 1000,-, zodat ten tijde van het besluit gemelde bevoegdheid strekte tot ten hoogste 392 aandelen, terwijl de Bank in de loop der jaren tot op 15 Januari 1953 reeds 129 eigen aandelen had ingekocht, brengt een en ander mede, dat de Bank op gemeld tijdstip ingevolge voormeld artikel der statuten niet gerechtigd was tot een verdere verkrijging door aankoop voor eigen rekening van 297 eigen aandelen als in het besluit is opgenomen.
In de tweede plaats is het besluit nietig, omdat in artikel 4 van de statuten slechts is bepaald, dat de uitgifte van het niet geplaatst gedeelte van het kapitaal der vennootschap zal geschieden naar gelang daartoe door de algemene vergadering van aandeelhouders wordt besloten, doch de bevoegdheid tot inkoop van eigen aandelen niet aan de algemene vergadering is toegekend, weshalve zulks op grond van het bepaalde bij artikel 6 der statuten en artikel 47 van het Wetboek van Koophandel uitsluitend behoort tot de bevoegdheid van de directie.
In de derde plaats is het besluit nietig wegens strijd met de goede zeden, redelijkheid en billijkheid en goede trouw, aangezien [eiser] en [verweerder 3], daarbij grovelijk misbruik makend van hun stemrecht, het besluit tegen de uitdrukkelijke wil van directie, commissarissen en andere ter vergadering aanwezige aandeelhouders hebben doorgedreven, terwijl dit besluit alleen te hunnen voordele en ten nadele van de Forum-Bank en haar crediteuren en andere aandeelhouders strekte, aangezien dit tot gevolg zoude hebben, dat hun gezamenlijke schuld aan de Bank op 15 Januari 1953 bedragende ƒ. 206.227,97, ten detrimente van de liquiditeit van de Bank zou worden afgelost en zij zelfs een vordering ten bedrage van ƒ. 90.772,03 op de Bank zouden verkrijgen, waarbij nog komt, dat in het besluit de koopprijs der aandelen wordt bepaald op ƒ. 1000,- per aandeel, terwijl de waarde der aandelen als incourant-fonds slechts 45% of ƒ. 450,- per aandeel bedroeg, zodat zij door het besluit onrechtmatig ten nadele van de Bank, haar crediteuren en andere aandeelhouders worden bevoordeeld voor een bedrag van ƒ. 163.350,-.’’;
dat [eiser] en [verweerder 3] de vordering hebben bestreden en de geldigheid van het besluit hebben verdedigd, terwijl de medegedaagde Forum-Bank tot toewijzing der vordering heeft geconcludeerd;
dat de voornoemde Rechtbank bij vonnis van 26 Juni 1953 het meergenoemde besluit nietig heeft verklaard wegens strijd met redelijkheid en goede trouw;
dat [eiser] en [verweerder 3] bij aan [verweerder 1] en [verweerder 2] betekende appèl-dagvaarding van deze uitspraak in hoger beroep zijn gekomen, en het Hof bij het aangevallen arrest deze uitspraak heeft bekrachtigd;
dat het Hof heeft overwogen:
‘’het komt aan het Hof gewenst voor om, alvorens zonodig over te gaan tot behandeling van de door [eiser] en [verweerder 3] aangevoerde grieven, de door [verweerder 1] en [verweerder 2] in eerste aanleg in de tweede plaats aangevoerde en door de Rechtbank in de rechtsoverwegingen van het vonnis verworpen grondslag voor hun vordering tot nietigverklaring van het ten processe bedoelde besluit, te weten, dat het besluit in strijd is met de wet en de statutaire bepalingen van de Forum-Bank N.V., in overweging te nemen, nu [verweerder 1] en [verweerder 2] in hun memorie van antwoord in hoger beroep en hun pleidooi voor het Hof deze grondslag uitdrukkelijk hebben gehandhaafd en nog eens uitvoerig hebben gemotiveerd en toegelicht.
Wat deze grondslag betreft is het Hof met hen van oordeel, dat het antwoord op de vraag, of de algemene vergadering van aandeelhouders van de Forum-Bank N.V. bevoegd is het ten processe bedoelde besluit te nemen, in de eerste plaats moet worden gezocht op grond van de artikelen van het Wetboek van Koophandel en de bepalingen der in de akte van oprichting opgenomen statuten van genoemde vennootschap, voorzover deze betrekking hebben op de bevoegdheid, welke in die voorschriften aan de algemene vergadering van aandeelhouders en/of de organen der vennootschap wordt verleend.
Nu behoort volgens artikel 43 van het Wetboek van Koophandel aan de algemene vergadering van aandeelhouders, binnen de door de wet en de akte van oprichting gestelde grenzen, alle bevoegdheid, die niet aan het bestuur of aan anderen is toegekend, terwijl artikel 47 van dat Wetboek, behoudens bij de akte van oprichting gemaakte beperkingen, aan het bestuur der vennootschap onder meer de bevoegdheid toekent tot het besturen van de zaken der vennootschap en het beheer van haar vermogen.
Verder bepaalt artikel 6 der statuten van de Forum-Bank N.V. zonder enige beperking, dat het bestuur der vennootschap is opgedragen aan de directie.
Naar het oordeel van het Hof volgt uit gemelde bepalingen in onderling verband, dat, voorzover niet op grond van bijzondere bepalingen in de statuten anders moet worden aangenomen, het verrichten van alle handelingen van bestuur en beheer betrekking hebbende op het vermogen der vennootschap, waartoe ook kunnen worden gerekend zowel de uitgifte van nieuwe aandelen als het eventueel inkopen van eigen aandelen van derden, aan de directie van de vennootschap toekomt.
Nu bevatten de statuten in artikel 4 bijzondere bepalingen, welke op beide voormelde onderwerpen betrekking hebben en wel ten aanzien van de uitgifte van nieuwe aandelen in het tweede lid van dat artikel de bepaling luidende:
‘’De uitgifte der overige aandelen of enig deel daarvan zal geschieden naar gelang daartoe door de algemene vergadering van aandeelhouders wordt besloten, welke tevens de koers (mits niet beneden pari) en de verdere voorwaarden van uitgifte vaststelt, behoudens de volstorting der aandelen bij hunne uitgifte’’, en ten aanzien van de inkoop van eigen aandelen in het aan dat artikel toegevoegde derde lid de bepaling luidende: ‘’De vennootschap is bevoegd aandelen in haar maatschappelijk kapitaal voor eigen rekening onder bezwarende titel te verkrijgen tot ten hoogste de helft van haar geplaatst maatschappelijk kapitaal’’ en [eiser] en [verweerder 3] hebben zich in verband met gemelde bepalingen er op beroepen, dat, waar in gemeld tweede lid het besluit tot uitgifte van nieuwe aandelen wordt voorbehouden aan de algemene vergadering van aandeelhouders en in gemeld derde lid gesproken wordt van ‘’de vennootschap’’, zeker ook de algemene vergadering bevoegd is tot inkoop van eigen aandelen te besluiten.
Naar het oordeel van het Hof is deze uitleg onjuist.
Inderdaad geeft het tweede lid een bevoegdheid aan de algemene vergadering, welke tot het beheer en het bestuur der vennootschap kan worden gerekend, al zou men met meer recht kunnen volhouden, dat uitgifte van verdere strekking is dan enkel beheren van de zaak.
Echter geeft het derde lid geen bevoegdheid, doch houdt slechts in een bepaling, welke conform artikel 41-a lid 2 van het Wetboek van Koophandel de mogelijkheid schept tot bedoelde inkoop door de vennootschap binnen de in die bepaling gestelde grenzen en spreekt niet van het orgaan, dat tot die inkoop bevoegd is, zodat daarvoor de hierboven besproken voorschriften van wet en statuten gelden, hetgeen medebrengt dat bedoelde bevoegdheid uitdrukkelijk en uitsluitend aan de directie van de vennootschap toekomt.
Op grond van het vorenstaande is het Hof van oordeel, dat, nu het ten processe bedoelde besluit de instemming van de directie niet had en het niet tot de bevoegdheid van de algemene vergadering van aandeelhouders behoorde, [verweerder 1] en [verweerder 2] terecht de nietigheid van dat besluit als strijdig met de wet en de statuten der vennootschap hebben ingeroepen en dat de nietigheid daarvan op deze grond behoort te worden uitgesproken.
Een en ander brengt mede, dat de tweede en de derde grief van [eiser] en [verweerder 3], welke uitsluitend zijn gericht tegen de door de Rechtbank voor de nietigheid van het besluit aangenomen grond, namelijk strijd met de redelijkheid en de goede trouw, geheel onbesproken kunnen blijven, terwijl ook op hun eerste grief, waarin zij aanvoeren, dat [verweerder 1] en [verweerder 2] in hun vordering niet-ontvankelijk hadden moeten worden verklaard, daar zij niet als eisers in eerste aanleg konden optreden zonder dat alle aandeelhouders in het geding zijn geroepen, niet behoeft te worden ingegaan, nu het Hof de nietigverklaring grondt op een formele nietigheid en [eiser] en [verweerder 3] in hun memorie van appèl zelf stellen, dat zij geneigd zijn om in geval van een formele nietigheidsgrond niet de door hen in deze grief gestelde eis van oproeping van alle houders van toonderaandelen in het geding te stellen, waarbij het Hof ten overvloede als zijn mening te kennen wil geven, dat deze grief ook in zijn algemeenheid onjuist is, daar het Hof met [verweerder 1] en [verweerder 2] van oordeel is, dat het besluit van een algemene vergadering van aandeelhouders geen overeenkomst is, waarop de voor overeenkomsten geschreven beginselen van het Burgerlijk Wetboek toepassing zouden kunnen vinden, doch een rechtshandeling van de vennootschap door haar orgaan, waarvan de nietigverklaring ook in een geding tegen de vennootschap zelf kan worden gevorderd.’’;
Overwegende dat tegen deze uitspraak wordt opgekomen met het navolgende middel van cassatie:
‘’Schending en/of verkeerde toepassing van de artikelen 1, 15, 36, 36c, 36d, 37d, 38, 39d, 41a, 41c, 42, 42a, 42b, 42d, 43, 45, 46a, 47, 47c, 47d, 48, 48a, 48b, 48c, 55 en 55b van het Wetboek van Koophandel, 1349, 1355, 1374, 1375, 1637a, 1639, 1639b, 1639d, 1829, 1832, 1833, 1834, 1837, 1838, 1839, 1840, 1850, 1902 en 1903 van het Burgerlijk Wetboek 48, 59, 141, 343, 347, 348, 349 en 353 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, 20 van de Wet op de Zamenstelling der Regterlijke Magt en het Beleid der Justitie en 175 van de Grondwet, door in deze zaak waarin verweerders [verweerder 1] en [verweerder 2] eiser en verweerder [eiser] hebben gedagvaard voor de Rechtbank te Amsterdam en hebben gevorderd dat de Rechtbank het besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders der Forum-Bank N.V. van 15 Januari 1953 tot verkoop van 297 aandelen Forum-Bank door eiser en verweerder [eiser] aan de Forum-Bank nietig te verklaren, zulks onder meer omdat voormeld besluit niet tot de bevoegdheid der algemene vergadering van aandeelhouders van de Forum-Bank zou behoren, en waarin de Rechtbank de voormelde vordering op andere gronden heeft toegewezen, op de in hoger beroep door eiser en verweerder [eiser] aangevoerde grieven te beslissen, dat het besluit niet tot de bevoegdheid van de algemene vergadering van aandeelhouders van de Forum-Bank behoort en mitsdien nietig is en voorts te overwegen en op grond daarvan recht te doen, gelijk in voormeld arrest is omschreven,
ten onrechte,
omdat, ook al komt volgens de wet en de statuten de bevoegdheid tot inkoop van eigen aandelen aan de directie van de naamloze vennootschap toe, zulks niet meebrengt en kan meebrengen, dat het ten processe bedoelde besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders tot inkoop van eigen aandelen niet tot de bevoegdheid van de algemene vergadering van aandeelhouders en wel tot die van de directie behoort en mitsdien nietig is, aangezien de algemene vergadering van aandeelhouders — althans behoudens statutaire afwijking, waarvan ten deze uit 's Hofs arrest niet blijkt — bevoegd is de directie opdracht te geven tot het verrichten van een bepaalde handeling, te weten de in het ten processe bedoelde besluit omschreven inkoop van eigen aandelen, en het besluit in ieder geval als zodanig en in zoverre bevoegdelijk genomen althans niet nietig is,
hebbende het Hof althans zijn taak als appelrechter miskend en in strijd met de wet nagelaten op dit door onder meer eiser gevoerde verweer te beslissen en mitsdien zijn arrest niet naar de eis der wet met redenen omkleed.’’;
Overwegende omtrent het middel:
dat het Hof, de grenzen trekkend tussen de bevoegdheid van de algemene vergadering der naamloze vennootschap de Forum-Bank en de bevoegdheid van haar bestuur, met inachtneming van het in de artikelen 41a, lid 2, 43 en 47 Wetboek van Koophandel en in de artikelen 4 en 6 van de statuten bepaalde, heeft vastgesteld dat de bevoegdheid tot inkoop van eigen aandelen uitsluitend toekomt aan de directie dier vennootschap;
dat het middel van dit oordeel van het Hof, hetwelk dan ook in cassatie niet is bestreden, uitgaat;
dat het Hof wijders heeft geoordeeld dat, nu het besluit van de algemene vergadering tot inkoop van eigen aandelen de instemming van het bestuur niet had, terecht de nietigheid van het besluit is ingeroepen, als zijnde het genomen in strijd met de wet en de statuten der vennootschap;
dat het Hof bij het geven van dit oordeel het bestreden besluit, hetwelk ook volgens [eiser] de uitvoering door de directie behoeft, moet hebben verstaan aldus, dat het de strekking heeft de directie zonder meer te verplichten om tot uitvoering ervan over te gaan, des dat reeds door het enkele niet-uitvoeren van het besluit de directie haar plicht verzaakt;
dat bij het primaire middel, mede blijkens de mondelinge toelichting, de stelling wordt verdedigd, dat de algemene vergadering, ondanks het feit dat de inkoop van eigen aandelen in het algemeen tot de bevoegdheid van de directie behoort, bevoegd is aan de directie opdracht te geven een bepaald aantal eigen aandelen voor een bepaalden prijs van bepaalde verkopers te kopen, en wel omdat de bestuurders ondergeschikt zijn aan de naamloze vennootschap en de algemene vergadering de hoogste macht in de naamloze vennootschap bezit;
dat waar in deze stelling sprake is van een opdracht tot aankoop van eigen aandelen kennelijk wordt gedoeld op een besluit van een strekking als het Hof, naar hoger is overwogen, aan het onderhavige besluit moet hebben toegekend;
dat in deze stelling, aldus verstaan, echter wordt voorbijgezien dat ook de algemene vergadering de bij wet en statuten getrokken grenzen harer bevoegdheid niet mag overschrijden en dat het Hof, in cassatie onbestreden, als voormeld heeft vastgesteld dat de inkoop van eigen aandelen uitsluitend tot de bevoegdheid van de directie behoort;
dat dus de primaire klacht faalt;
dat de subsidiaire klacht, als zou het Hof verzuimd hebben het verweer, dat de algemene vergadering bevoegd is aan de directie een opdracht te geven, bij voormelde lezing van 's Hofs arrest ongegrond is;
Verwerpt het beroep;
Veroordeelt [eiser] in de kosten in cassatie gevallen, tot deze uitspraak aan de zijde der tegenpartij begroot op zeven en dertig gulden vijftig cent aan verschotten en zeshonderd gulden aan salaris.
Gedaan bij de Heren Donner, President, van der Meulen, Hijink, Losecaat Vermeer en Boltjes, Raden, en door voornoemden President uitgesproken ter openbare terechtzitting van den een en twintigsten Januari 1900 vijf en vijftig, in tegenwoordigheid van den Advocaat-Generaal Langemeijer.
Conclusie 21‑01‑1955
Dit document is (nog) niet beschikbaar gesteld door de rechtsprekende instantie.