NJ 1953, 642
HR, 19-12-1952: Voorste Stroom VII
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 december 1952
- Magistraten
Donner, Van der Meulen, Losecaat Vermeer, Boltjes, De Jong, Eggens
- Zaaknummer
[1952-12-19/NJ_49944]
- Conclusie
A-G Eggens
- Noot
Ph.A.N. Houwing
- LJN
AG1997
- Roepnaam
Voorste Stroom VII
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS159519:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
Archief (V)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1952:AG1997, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑12‑1952
ECLI:NL:PHR:1952:AG1997, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑12‑1952
- Wetingang
BW art. 1401
Essentie
Verontreiniging Voorste Stroom. Onrechtmatige daad van gemeente tegenover huurder van daarbij gelegen pand. Rechterlijk verbod, dwangsom.
Samenvatting
In cassatie niet bestreden 's Hofs oordeel enerzijds dat de gedraging der gemeente moet worden opgevat als inbreuk op een aan den huurder toekomend subj. recht, anderzijds dat die inbreuk alleen dan als een onr. daad tegenover hem kan worden aangemerkt, als de gem. door haar handelwijze de grens van hetgeen oirbaar is in het maatschappelijk verkeer overschrijdt.
Het Hof heeft deze overschrijding aanwezig geacht, doch heeft geoordeeld, dat, nu de handelwijze van de gem. uit het oogpunt van door haar ...