NJ 1943, 518
HR, 25-06-1943
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 juni 1943
- Magistraten
Van Loon, Nypels, Van der Meulen, Smits, Weitjens
- Zaaknummer
[1943-06-25/NJ_49890]
- LJN
AG1941
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Vermogensrecht (V)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1943:AG1941, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑06‑1943
ECLI:NL:PHR:1943:AG1941, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑06‑1943
- Wetingang
BW art. 1912; Rv (oud) art. 343; Rv (oud) art. 344; Rv (oud) art. 345; Rv (oud) art. 346; Rv (oud) art. 347; Rv (oud) art. 348; Rv (oud) art. 349; Rv (oud) art. 350; Rv (oud) art. 351; Rv (oud) art. 352; Rv (oud) art. 353; Rv (oud) art. 354; Rv (oud) art. 355; Rv (oud) art. 356; Rv (oud) art. 357; Rv (oud) art. 358
Essentie
Door middel van carbonpapier tot stand gekomen doordruk van eene handteekening. Bewijskracht. Eischer revindiceert goederen onder gedaagde. Deze antwoordt ze gekocht te hebben. Rechtb. legt bewijs op, niet aan eischer, maar aan gedaagde. Bij eindvonnis acht de Rechtb. gedaagde niet geslaagd in bewijs en wijst vordering toe. Hooger beroep door gedaagde van beide vonnissen. Grief tegen interl. dat de Rechtb. t. o. bewijs op appellant heeft gelegd. Hof: app. heeft, hoewel zijne grief juist is, bij dit appèl geen belang, want het bewijs, dat oorspr. eischer eigenaar is, is geleverd.
Samenvatting
De vraag, of verweerder (oorspr. eischer) de ...